Parlementaire vragen:
Het regeerakkoord stelt dat de regering een militaire programmawet in werking zal stellen lopende over tien jaar waarin de investeringen van Defensie opgenomen worden. Zoals verder opgenomen in het regeerakkoord is deze programmawet belangrijk om “ondernemingen (toe te laten) om zich voor te bereiden op toekomstige, belangrijke militaire programma’s”. De programmawet dient ook opgemaakt te worden nadat de strategische nota/visie voor Defensie neergelegd zou worden, wat 29 juni 2016 gebeurde. In een interview van 13 juli 2016 met het weekblad Knack gaf u echter te kennen dat “een programmawet een interessante optie (is), die we zeker zullen bekijken”.
1. Het regeerakkoord stelt dat een militaire programmawet zal opgemaakt worden. Betreft uw standpunt over de militaire programmawet als zou dit louter een optie zijn, zoals weergegeven tijdens het interview met Knack op 13 juli, ook het standpunt van de regering?
2. Welke stappen heeft u reeds gezet voor de opmaak van een militaire programmawet? Indien geen, wanneer zal u de opmaak van de programmawet opstarten?
Antwoord van de minister:
1. Noch de begrotingswetgeving, noch de wetgeving overheidsopdrachten, noch de reglementering over de administratieve en begrotingscontrole voorzien een programmatiewet om een investering uitvoerbaar te maken. De regeringspartijen hebben in het regeerakkoord aangegeven dat een militaire programmatiewet aangewezen is opdat de industrie zich beter zou kunnen voorbereiden op de investerings-programma’s. Indien de Regering meent dat dit doel op een andere en betere manier kan gerealiseerd worden, is er geen beletsel om dat te doen.
2. Mijn diensten bereiden actueel een ontwerp voor in samenspraak met de verschillende regeringspartners. Het is aan de Regering om de noodzaak eraan te bepalen en/of om alternatieven te argumenteren.
Conclusie:
Defensie wacht nog altijd