Het worden 25 000 personeelsleden en 9,2 milliard Euro.
Op 17 januari 2016 stelde de Minister van Defensie zijn strategisch plan voor aan de leden van de Commissie Defensie tijdens een openbare zitting. De Minister stelt voor Defensie te bekijken vanuit een ander daglicht. Het eerste deel van de voorstelling ging over de dreigingen waarop Defensie zich zou moeten voorbereiden.
De wereld is in verandering en de dreigingen veranderen ook. De Koude Oorlog is gedaan, ziehier de criminaliteit en traffieken allerhande, vluchtelingen, terrorisme, cybercriminaliteit,bedreigingen op de maritieme aanvoerroutes, klimaatveranderingen, politieke veranderingen in het Oosten…Om deze nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden wenst hij Defensie te sturen naar een structuur gebaseerd op capaciteiten waarin de huidige Componenten een min of meer vooraanstaande rol zullen spelen.
Vier capacitaire dimensies-Lucht, Land,Zee en Cyber- vormen de ruggegraat van de nieuwe Defensie en een vijfde zal steun leveren. Deze vijf capacitaire dimensies zullen vorm krijgen tussen vandaag en 2030. De Minister heeft voor hen de kosten en investeringen voorzien, heeft een type investering voorgesteld en het aantal voorziene personeelsleden bepaald. De Minister van Defensie was duidelijk. Niemand kan hem op deze punten bekritiseren. Tevens is hij de eerste sinds lange tijd die belangrijke investeringkredieten voor Defensie kon bekomen. Terzelfde tijd herinnerde hij er aan dat de core-business van Defensie draait rond de collectieve verdediging, de collectieve veiligheid en de bescherming van onze landgenoten in het buitenland. In mindere mate kan Defensie tussenkomen in de steun aan de binnenlandse veiligheid van het land – we zijn al een jaar aanwezig in de straten – en humanitaire hulp in België en het buitenland.
Het worden dus 25 000 personeelsleden en 9,2 milliard Euro. Maar zelfs al weet Defensie waar ze naartoe gaat, ze weet nog niet hoe ze er zal geraken. Het is echter op dit punt dat het moeilijk kan worden en kan uitglijden indien de sociale partners niet alert zijn. De cruciale punten voor Defensie zijn :
1. Het pensioen
Vanaf 1 januari 2009 is de leeftijd voor het pensioen :
• Voor al de militairen 56 jaar
• Voor de generaals-majoor 58 jaar
• Voor de Luitenant-generaals 61 jaar
Tussentijdse maatregelen werden over 5 jaar voorzien en berekend als volgt :
• Het pensioen mag worden opgenomen voor 2015 , minimum leeftijd behouden op 51 jaar
• Het pensioen opgenomen voor 2016, de minimale leeftijd is 52 jaar
• Het pensioen opgenomen voor 2017, de minimale leeftijd is 53 jaar
• Het pensioen opgenomen voor 2018, de minimale leeftijd is 54 jaar
• Het pensioen opgenomen voor 2019, de minimale leeftijd is 55 jaar
• Het pensioen opgenomen voor 2020, de minimale leeftijd is 56 jaar
Vanaf 2012 wordt het pensioen berekend over een gemiddelde van de laatste 10 jaar.
Vandaag is er op regeringsniveau nog geen enkel akkoord voor een pensioen op 58 jaar, over een berekening van het gemiddelde over meer dan de 10 laatste jaren en over een activiteitencumul beperkt of zeer beperkt tot 65 jaar.
Maar er komen onderhandelingen.
De link naar het rapport van het Rekenhof.
2. Sluiting van kwartieren en basissen
De laatste jaren is het niet de eerste keer dat Defensie zal overgaan tot sluitingen van kwartieren en basissen. Het is waar dat er sluitingen zullen zijn maar het is tijd coherent te zijn bij deze sluitingen.
Indien we de minister volgen doorheen zijn strategisch plan dan moeten wij ons op korte termijn verwachten aan het verdwijnen van de V-SHORAD, de A 109 helikopters, de SAR en de vliegtuigen van de « Witte » vloot. Dit geeft aan waar te kijken. We zullen er ook over moeten waken dat het personeel dat onderworpen wordt aan verplichte affectatiewijzigingen kan terugvallen op tijdelijke maatregelen of compensaties. Ook zal de Generale Staf duidelijk moeten communiceren om schadelijke geruchten te vermijden. Een militair moet zich goed in zijn vel voelen om operationneel te zijn. De minister heeft gewaarschuwd : de onderhandelingen zullen gebeuren tussen zijn Kabinet, de Generale staf en de sociale partners.
3.Personeelsinkrimping
De leeftijdspiramide zal omdraaien tussen 2018 en 2022. Naakte ontslagen zijn niet aan de orde. Pensionneringen zullen voldoende zijn. MAAR de grote uitdaging zal erin bestaan de vertrekkenden te vervangen door nieuwe recruteringen zonder dat onze militairen in hun sociale rechten worden gepenaliseerd.
Twee tegenstrijdigheden worden duidelijk in dit strategisch plan van de minister :
a. Men wenst het personeelsaantal te verminderen maar verlengt tegelijkertijd zijn diensttijd . b. Men bepaalt de te ontbinden eenheden maar men zegt niets over de conversie van het personeel !
PROdef.be zal niet rechtstreeks kunnen deelnemen aan de onderhandelingen als sociale partner. Daarvoor moet PROdef een ledenbestand hebben dat 5% van de actieve militairen uitmaakt, ttz +/- 1500 leden. Wij geven ons echter niet gewonnen! We zullen contact opnemen met onze collega’s sociale partners en zullen proberen hen te sensibiliseren voor onze voorstellen. En ze te steunen tijdens de onderhandelingen die cruciaal zullen zijn voor de toekomst van de militair.
PROdef.be wenst ook dat de sociale partners meer actief optreden inzake de premies die de militairen ontvangen tijdens opdrachten.
Het is ontoelaatbaar dat een militaire een lagere vergoeding krijgt dan een politieagent tijdens de uitvoering van patrouilles in onze straten. Bij onze buren wordt dit geval per geval besproken. Waarom kan dat niet bij ons ?
PROdef.be is ook voorstander van een betere samenwerking tussen de Generale Staf en de sociale partners in het kader van het beslissingsproces. PROdef wenst de Hoofdofficieren te helpen en niet beschouwd te worden als een obstakel. Veel frustraties zouden zodoende kunnen vermeden worden.
PROdef.be betreurt tenslotte dat de Minister helemaal niets vermeld heeft aangaande zijn visie over het CDSCA, het Nationaal Carthografish Insituut, het statuut van de Veteranen, het Nationaal instituut voor Oud-Strijders en Oorlogsinvaliden en het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis.
De Minister kan altijd stellen dat deze instellingen niet tot de core-busines van Defensie horen, maar de militiaren die in deze instituten werken vormen wel een uitstalraam voor Defensie. Onze bekommeris gaat uit naar het KLM waar de huidige burger-en militaire directie ons het ergste doen vrezen. Ook het INIOO, dat zopas een nieuwe directeur heeft gekregen met de terugkerende Luitenant-generaal Baudoin Somers. Zijn aankomst gaat gepaard met geruchten rond het opdoeken van dit instituut. Het wordt tijd dat de minister zich uitspreekt over de toekomst van het KLM en het INIOO. Defensie heeft zijn tradities die deel uitmaken van de geschiedenis van dit land. Respect voor al onze militairen !